Het hebben van een beroepsgeheim kan in sommige gevallen voor een dilemma zorgen. De discussie rond het beroepsgeheim is flink opgelaaid naar aanleiding van de zaak rondom Tristan. Het beroepsgeheim is er om de cliënt te beschermen, zeker binnen de medische sector (psychiatrie) is dat een groot goed. Immers bij het aangaan van een behandeling is het van groot belang dat er een vertrouwensband kan worden opgebouwd, de cliënt moet zich veilig kunnen voelen. Als die vertrouwensband er niet is, wordt het moeilijk om op een adequate wijze te behandelen. Naast vele andere factoren, is het beroepsgeheim een middel om tot een vertrouwensband te komen. Als buitenstaander is het zeer moeilijk om de vraag te beantwoorden of het GGZ in het geval van Tristan toestemming had moeten verlenen aan justitie. De recherche had in dit geval een verzoek kunnen indienen bij de rechter om inzage af te dwingen, dit is echter niet gebeurd. De rechter is de enige die kan beslissen of een dossier te vorderen is, niet de hulpverlener of de recherche. Dit geeft de hulpverlener wat ruimte, hij hoeft niet te beslissen. Ik kan me de houding van het GGZ in deze goed voorstellen. In
eerste plaats handelen ze in het belang van hun cliënt en diens nabestaande. Zeker met alle media aandacht kan ik me hier iets bij voorstellen. De media aandacht heeft er volgens mij ook nog eens extra voor gezorgd dat men zeer terughoudend is in het geven van medische gegevens. Immers als bekend zou worden dat justitie het dossier (zomaar) heeft kunnen inzien, is dat een 'verkeerd' signaal voor alle cliënten van GGZ Nederland. Zij zouden zich onnodig zorgen kunnen gaan maken over hun dossier. Al met al een duivels dilemma, maar de afweging van GGZ Nederland kan ik goed begrijpen.
Als aanvulling; als er sprake is van een ernstige besmettelijke ziekte moet dit altijd worden gemeld. Ook bestaat er een meldingsplicht voor terroristische activiteiten.
Leon Bakermans.
Eindhoven.
Tidak ada komentar:
Posting Komentar